Context(Bouw)historie:Het pand Hinthamerstraat 118-120, genaamd "de stad Grave" bestaat uit een voorhuis met een vast achterhuis. Het voorhuis stamt geheel uit de vroege 19de eeuw met een eenvoudige voorgevel met fraaie winkelpui van rond 1900. Verscheidene interieurelementen, zoals binnendeuren, trap en stucwerk plafond dateren uit de tweede helft van de 19de eeuw. Het achterhuis heeft een oudere kelder, die vóór 1993 is dichtgestort, en bevat samengestelde balklagen (waarschijnlijk 15de - 17de eeuw). De kap van het voorhuis is vernieuwd en die van het achterhuis is vervangen door een plat dak. In 2007 werd de achtergevel van het voorhuis met hout bekleed. Aan de achterzijde bevindt zich een eenlaags uitbouw uit de 19de eeuw, met een latere verbindingsgang langs de rechterzijde van het perceel.Ligging:Het pand is gelegen in de gesloten gevelwand aan de noordzijde van de Hinthamerstraat, direct tegenover de Clarastraat. De voorgevel vormt dus de straatbeeldafsluiting van de Clarastraat.De Hinthamerstraat is al de late 12de eeuw een van de drie belangrijke straten die het centrum van de stad (de Markt) met het omliggende gebied verbinden. De Hinthamerstraat loopt vanaf de Markt oostwaarts om verderop naar het noorden te knikken. Bij de stadsuitbreiding in de eerste helft van de 14de eeuw kwam de Hinthamerstraat binnen de stadsmuren te liggen. De percelen aan de noordzijde van de Hinthamerstraat liepen van oorsprong door tot aan de oever van de Binnendieze. Later zijn de percelen meestal echter opgedeeld in de lengte, en werden er andere gebouwen op de achterliggende afgesplitste delen gebouwd. Zo is het ook bij het onderhavige perceel gegaan: in de kadastrale kaart van 1823 staat het nog als een geheel aangegeven, maar naderhand is het perceel opgesplitst. Achter het pand ligt heden een kleine achterplaats die aan de achterzijde wordt begrensd door een afscheiding met het perceel van Zusters van Orthenpoort 12. BeschrijvingAlgemeen (hoofdvorm, kap):Het pand Hinthamerstraat 118-120 heeft een langwerpige min of meer rechthoekige plattegrond die achter de voorgevel iets schuin naar links wegloopt. Het pand bestaat uit een voorhuis met vast achterhuis. Het voorhuis omvat een begane grond, twee verdiepingen en een zolder met borstwering onder een zadeldak met voorschild en topgevel aan de achterzijde. Dit dak is gedekt met gesmoorde opnieuw verbeterde Hollandse pannen. Achter dit bouwdeel is er een vast achterhuis van twee bouwlagen onder een plat dak, en daarachter is er een eenlaags aanbouw onder plat dak, met een kleine patio tussen achterhuis en aanbouw en een doorgang tegen de oostzijde van het perceel.Waarschijnlijk bevindt zich onder het achterhuis van het pand nog altijd een kelder, maar is deze volgestort. Voorgevel:De voorgevel is een symmetrische bakstenen lijstgevel van twee vensterassen breed, die dateert uit de vroege 19de eeuw. Op de begane grond bevindt zich een eveneens symmetrische winkelpui van rond 1900, die is gevat tussen smalle penanten van rode verblendsteen. De pui zelf bestaat uit twee ingangen ter weerszijden, rechts naar de woningen en links naar de winkel, met daartussen een groot etalageraam. De hoge borstwering onder het raam en de sokkels van de penanten zijn voor een groot deel uitgevoerd in hardsteen met decoratieve profilering. De borstwering bevat twee panelen die zijn gevuld met baksteen in visgraatverband. De kozijnen van de pui hebben een duivenjager-profilering. | 1 |
deuren zijn recente houten paneeldeuren met bovenlichten. Hierboven en boven het venster, zijn er geprofileerde kalven en afgeplakte bovenlichten. De kozijnstijlen hebben aan de bovenzijde kapiteel-achtige vormen. De penanten hebben hoge vooruitstekende hardsteen bekroningen met decoratieve elementen in reliëf, waartussen de puilijst is gevat, met een vlak fries en een kroonlijst. Hierboven is de gevel opgetrokken in handvorm baksteen van vrij klein formaat, gemetseld in kruisverband met knipvoegen. Op beide verdiepingen zijn er twee vensters met hardstenen lekdorpels onder anderhalf-steens strekken, waarin de venstervullingen vrij diep liggen. De kozijnen hebben een duivenjager-profiel, en bevatten ramen uit de late 20ste eeuw. Op de eerste verdieping gaat het om T-ramen met een vaste middenstijl en twee tweeruits draairamen en glas-in-lood in het bovenraam, en op de twee verdieping gaat het om dubbele draairamen met vaste middenstijl. Die laatste vensters zijn lager dan die op de eerste verdieping. De gevel wordt aan de bovenzijde afgesloten door een classicistisch hoofdgestel met gepleisterde architraaf en fries en geprofileerde houten kroonlijst op gesneden consoles met ojiefvorm. Zijgevels:Het pand wordt aan beide zijden begrensd door bebouwing.Achtergevel:De achtergevel van het voorhuis is alleen zichtbaar op het niveau van de tweede verdieping en de zolder. De gevel is hier bekleed met planken van hout. De gevel bevat een drietal kleine raampjes en aan de linkerzijde een toegang tot het achterliggende dakterras. De achtergevel van het achterhuis is alleen zichtbaar op het niveau van de eerste verdieping. Deze is in de late 20ste eeuw nieuw opgetrokken in baksteen, en bevat twee gevelopeningen. Volgens opnamen uit 1976 en 1992/93 is de achtergevel op de begane grond gepleisterd met aan de rechterkant een deurkozijn en daarnaast twee zesruits schuiframen. Onder de schuiframen zit een kelderingang.Ruimtelijke indeling:Volgens een bouwtekening uit 1991 is het pand als volgt ingedeeld. Op elk der drie hoofdbouwlagen zijn er wooneenheden voor kamerbewoning. De begane grond bevat een gang langs de oostelijke zijmuur. Voorin het pand bevindt zich de winkel. Daarachter zijn enkele kleine ruimtes en het trappenhuis op de scheiding van het voor- en achterhuis, en in het achterhuis is er een ruime achterkamer. Achter het achterhuis is er een eenlaags aanbouw met plat dak van voor 1977, met daarin een verblijfsruimte. De trap naar de eerste verdieping is een steektrap met een kwart draai bovenaan. Op beide verdiepingen ligt de overloop tegen de westelijke zijmuur. De trap naar de tweede verdieping is een wenteltrap die een halve cirkel beslaat. Op de eerste verdieping zijn er ruime voor- en achterkamers met daartussen het trappenhuis en diverse kleine ruimtes, en op de tweede verdieping is er een soortgelijke indeling, maar dan beperkt deze zich tot in het voorhuis (omdat het achterhuis lager is). De trap naar zolder is een steektrap, die ongeveer halverwege de diepte van deze bouwlaag is gelegen.Constructies:In 1976 en 1992/93 zijn waarnemingen in het pand gedaan door de afdeling BAM. Hierbij zijn de volgende zaken vastgesteld.In het voorhuis zijn de balklagen hoogstwaarschijnlijk enkelvoudig. De eerste verdiepingsbalklaag is ter plaatse van de voorkamer verhoogd. De kap met dakschild heeft een viertal grenen schaarspanten met balk. De sporen zijn hergebruikte eiken sporen van een oudere kap. De kelder onder het achterhuis stak circa 60 cm. boven het straatniveau en heeft een tongewelf in de langsrichting. De kelder was toegankelijk vanaf de binnenplaats, en liep niet over de volle breedte van het pand, Redengevende omschrijving Hinthamerstraat 118-120 's-Hertogenbosch, GMSP II 4 zodat de gangvloer op maaiveldhoogte ligt. In de kamer op de begane grond is er tegen de linker zijmuur een rookkanaal. De verdiepingsbalklaag heeft twee vakken met moer- en kinderbinten. Ter plaatse van de achtergevel van het voorhuis zit in de balklaag van de tweede verdieping een moerbalk met sleutelstuk. Interieurelementen:De gang op de begane grond, die aan de rechterzijde van het pand loopt van de voorgevel tot de achtergevel, heeft betontegels. Op de begane grond bevindt zich verder een gesneden kastenwand en een aantal paneeldeuren uit de 19de eeuw. De voorkamer op de verdieping heeft een fraaie omtimmering, stucwerkplafond en een marmeren schoorsteen (XIX). De trap naar de tweede verdieping is een trap met wrongstukken (XIX).Op de tweede verdieping bevindt zich een aantal in houtstructuur geschilderde deuren (XIX). In het achterhuis is er tegen de westelijke zijmuur een betegelde schoorsteenmantel (circa 1920) met daarboven een gebogen gestukadoorde boezem met allegorische figureren, voorstellende muziekinstrumenten, guirlandes en een beestenkop (XIXA). De ramen zijn omtimmerd (XIXB). Op de verdieping is er een betegelde schoorsteenmantel (circa 1920). Erf, bijgebouwen, diversen:Achter de 19de-eeuwse eenlaags achterbouw is een kleine plaats die onder de bescherming valt. | 2 |
Motivering voor plaatsing op de gemeentelijke monumentenlijst1. Architectonische en stedenbouwkundige waardenHet pand Hinthamerstraat 118-120 heeft stedenbouwkundige waarde vanwege de samenhang met de historische gebouwde omgeving en de historische perceelsstructuur. De gevelwanden van de Hinthamerstraat vormen een fraai historisch ensemble. De ligging tegenover de Clarastraat, met de voorgevel als straatbeeld afsluiting, draagt nog bij aan de stedenbouwkundige waarde. Daarnaast heeft het gebouw aanmerkelijke architectonische waarde omdat het duidelijk herkenbaar is als historisch huis, met een bakstenen lijstgevel uit de vroege 19de eeuw en een gave winkelpui van rond 1900.2. Bouw- en/of kunsthistorische waardenHet pand heeft bouwhistorische waarde als zijnde een historisch huis uit de 15de-17de eeuw (achterhuis) en de vroege 19de eeuw (voorhuis). In het pand zijn bij diverse verbouwingen moderniseringen doorgevoerd. Het vernieuwde voorhuis en de winkelpui van rond 1900 zijn daarvan de meest duidelijke uitingen.3. Cultuurhistorische waardenHet gebouw heeft cultuurhistorische waarde als zijnde een historisch woon-werkhuis dat rond 1900 deels tot winkel is verbouwd. Deze ontwikkeling is in de architectuur afleesbaar, en maakt deel uit van de voortgaande ontwikkeling van de Hinthamerstraat tot winkelstraat, die in grote lijnen van west naar oost verliep.Het object Hinthamerstraat 118-120, bestaande uit een achterhuis uit de 15de-17de eeuw en een vroeg 19de-eeuws voorhuis met lijstgevel en winkelpui van rond 1900, is op basis van bovenstaande criteria beschermenswaardig als gemeentelijk monument in de gemeente 's-Hertogenbosch. | 3 |
Wed. v. Weert300. "De stad Grave". | 35 |
1865 | J.F.C. van Weert (vleeschhouwer) |
1875 | J.F.C. van Weert (vleeschhouwer) |
1881 | J.F.C. van Weert (vleeschhouwer) |
1908 | A. de Backere-Philippi (runds- en varkensslachterij) |
1910 | A.M.J. de Backere (runds- en varkensslachterij) |
1923 | Eduardus E.H. Bossaerts (bouwkundig opzichter) - Adrianus D. Buijs (technisch ambt. rijks telegrafie) |
1928 | G.Chr.J. Gerrits - R. Grefkens - J.H.J. Oudheusden - wed. L. van Oudheusden |
1943 | J.H.J. van Oudheusden (slager) - K.J.H. van Oudheusden (slager) - L.M.J. van Oudheusden (slager) - wed. Th.E. van Oudheusden-Klijn |
2003 | ? (De Malle Heks) |
1908 | wed. de Backere - A. Bottcher (sigarensorteerder) |
1910 | wed. de Backere - J.H. Hendriks (koopman) |
1923 | Anna M.G.G. Dubois (winkeljuffrouw) - wed. Leonardus Festen (zonder) |
1928 | wed. L.M. Festen |
1943 | G.C.J. Gerrits (huisschilder) |